Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 30879 

Re: Exponentiële vergelijking

oké dan krijg ik 5 tot de 5de . (0.2) tot de macht 3x = 5 tot de macht -2x+1, maar nu kan kan ik niets met die 0,2 tot de macht 3x doen, want nu kan ik die 2 grondtallen van 5 niet laten vallen, of ben ik nu fout aan het redeneren? ik raak hier niet uit, kan je nog een hint/stap geven?
Alvast bedankt!

sandy
3de graad ASO - zondag 5 december 2004

Antwoord

25*(0,2)3x = (0,2)2x-1 geeft eerst na deling 25 = (0,2)-x-1 en daarna 52 = 5x+1

MBL
zondag 5 december 2004

©2001-2024 WisFaq