Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 29285 

Re: Vergelijkingen

Antwoord 1 begrijp ik niet goed omdat wij alleen met x moeten werken.We mogen geen Y gebruiken.
Vraagstuk 2 is in orde x=2 dit is mijn tiental en 2x4=8 dit is mijn eenheid dus mijn getal is 28

jj
2de graad ASO - zondag 31 oktober 2004

Antwoord

cijfer tientallen=xÞeenheden=2,5x en
getal=10x+2,5x=12,5x.
Tweede getal(na verwisseling)=10(2,5x)+x=26x.
vgl:26x=12,5x+27.

kn
zondag 31 oktober 2004

©2001-2024 WisFaq