1.Van een natuurlijk getal is het cijfer van de eenheden gelijk aan 5/2 van het cijfer van de tientallen. Verwisselt men de cijfers van plaats, dan bekomt men een getal dat 27 meer is dan het oorspronkelijk getal. Bepaal het oorspronkelijk getal. antwoord eenheden: 5/2x x.10+5/2x tientallen: x
Verwissel:
eenheden: x x+5/2.x.10 tientallen:5/2x
Hoe moet dit nu verder
2.Van een natuurlijk getal is het cijfer van de tientallen het viervoud van het cijfer van de eenheden. De som van de cijfers is 10. Welk getal is het?
tientallen : 4x-8
eenheden : x-2 4x+x=10 5x=10 x=10/5 x=2
Het getal moet 28 zijn dus mijn is verkeerd wat doe ik verkeerd.
jelle
2de graad ASO - zaterdag 30 oktober 2004
Antwoord
1.getal is 10x+y ,y=5/2xÞ10x+2,5x=12,5x. getal is 10y+x=10(2,5x)+x=26x. vgl:26x-12,5x=27.Þx=2,dus y=5en getal is 25. 2.getalis 10x+y:gegeven:y=4x en x+y=10. Þx+4x=10,dus x=2 eny=8.