Gegeven is balk OABC.DEFG, met: AB = 8 BC = 4 OD = 4
M is het midden van DG. P lig op ribbe AB (AP = 1/4AB) Q lig op ribbe EF (EQ = 3/4EF). Theoretisch zouden de lijnen EM en PQ twee evenwijdige vlakken bepalen. Kunt u mij aangeven hoe ik deze vlakken construeer in de balk ? B.v.d.
Dirk
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 9 augustus 2004
Antwoord
Noemen we de gezochte evenwijdige vlakken V (door EM) en W (door PQ). We weten: - twee vlakken die een punt gemeenschappelijk hebben, hebben een lijn door dat punt gemeenschappelijk; - twee evenwijdige vlakken die gesneden worden door een derde vlak, hebben evenwijdige snijlijnen.
De vlakken V en W worden gesneden door het vlak DEFG. EM is dus evenwijdig met een lijn in W door Q. Die lijn kan dus getekend worden (QR). W snijdt de evenwijdige vlakken EFGD en ABCO. De snijlijnen (wo. QR) zijn dus evenwijdig. De snijlijn van W met ABCO kan dus getekend worden (geeft PS). Maak zelf het vlak W af. Het vlak ABFE snijdt de evenwijdige vlakken V en W. De snijlijn van V met dat vlak is dus evenwijdig met PQ en gaat door E (geeft EN). ABCO snijdt V en W in evenwijdige lijnen; dat feit geeft de lijn NO... (Gaat die snijlijn inderdaad door O?) Maak nu zelf het vlak V verder af.