Hallo, ik heb de integraal ò4/t dt met bovengrens 5 en ondergrens 0.5 deze integraal zou ik nu willen oplossen volgen mij kan dat op twee manieren 1) je zet die 4 voor het integraal teken en je houdt dan 1/t over achter het integraalteken. Dit lukt perfect maar het kan volgens mij ook nog op een tweede manier dit lukt mij echter niet. 2)in bereken de limiet als volgt 4INt en verder (4IN5) - (4IN0.5) met natuurlijk de absoluutstreepjes die ik hier even achterwege laat. hoe komt dat mijn eerste methode niet hetzelfde oplevert als de tweede? Dank bij voorbaat Groeten.
Bert
Overige TSO-BSO - vrijdag 9 juli 2004
Antwoord
Je eerste manier levert op : 4 [ln(5) - ln(0.5)] = 4 x [1.60944 - (-0.69315)] = 4 x 2.30259 = 9.21036
Je tweede manier wordt : 4 x ln(5) - 4 x ln(0.5) = 6.43775 - (-2.77259) = 9.21034
Dit is toch - op een afrondingsfoutje na - toch hetzelfde.