los op: (3x+2)2-(2x+1)(2x-1)+x11 Þ9x2+12x+4+1-4x2+x11 Þ5x2+13x+511 Þ5x2+13x11-5 Þ5x2+13x8 dan zit ik vast.
Sarah
3de graad ASO - zaterdag 26 juni 2004
Antwoord
Laten we eerst afspreken dat 11 - 5 = 6. Dan heb je dus 5x2 + 13x - 6 0 Het linkerlid stelt grafisch een dalparabool voor. Bepaal daarvan de nulpunten, bijvoorbeeld met de abc-formule. Ik vond x = 0,4 resp. x = -3 Schets vervolgens de grafiek en kijk voor welke waarden van x de grafiek op/onder de x-as zit (vanwege het teken).