Economische toepassing van een stelsel van vergelijkingen
Ik loop vast bij het maken van een som. Als ik het stelsel invul in een (online) vergelijkingen editor, dan krijg ik een ander antwoord dan ik krijg. Waar gaat het fout?
De vraag: Een bedrijf heeft 4 serviceafdelingen: s1, s2, s3 en s4. Tevens heeft het bedrijf 3 productieafdelingen: p1, p2 en p3. Verder zijn de volgende gegevens bekend:
Afdeling Kosten in euro s1 238000 s2 1219000 s3 2355000 s4 298000
p1 398000 p2 1698000 p3 2457000
Verder zijn de volgende gegevens bekend over onderlinge geleverde diensten:
a. Beschrijf de relaties tussen de serviceafdelingen dmv een stelsel van vergelijkingen b. Los dit stelsel van vergelijkingen op. Je mag gebruik maken van de volgende matrices:
NB de getallen in bovenstaande matrix zijn afgerond. Geef vervolgens aan hoe de kosten doorberekend moeten worden naar de productieafdelingen
Uitgangspunten: Ik heb weinig kaas gegeten van matrices e.d. Het is echter mogelijk om dit stelsel van vergelijkingen op andere manieren op te lossen, hetgeen ik dan ook gedaan heb. Als ik het stelsel invoer in een vergelijkingen oplosser op internet(die van QuickMath), dan vind ik de volgende antwoorden: s1=524691 s2=1433450 s3=2606340 s4=1079900 p1=1121590 p2=3805940 p3=3735470 Deze komen niet overeen met mijn antwoorden. Ik heb uiteindelijk een verschil van 100.804,00. Nu ben ik benieuwd of ik ergens fout ga of dat QuickMath (of ik) tussendoor afrond.
Mijn uitwerking is als volgt (excuus voor de grote lappen tekst en de vele spaties en tabs. Deze heb ik gebruikt in Word om het geheel overzichtelijk te krijgen)(ik zie tevens dat de opmaak volledig doorelkaar wordt gegooid door de breedte van dit invoer scherm. U doet er verstandig aan deze hele tekst te selecteren en vervolgens te kopieren naar Notepad. Dan staat het wel goed):
Antwoord op a: s1=238.000+0,2s2 s2=1.219.000+0,1s1+0,15s4 s3=2.355.000+0,1s2+0,1s4 s4=298.000+0,3s3 p1=398.000+0,35s1+0,5s4 p2=1.698.000+0,15s1+0,5s2+0,4s3+0,25s4 p3=2.457.000+0,4s1+0,2s2+0,3s3
Antwoord op b: s1=238.000+0,2s2 s2=1.219.000+0,1s1+0,15s4 s3=2.355.000+0,1s2+0,1s4 s4=298.000+0,3s3
Als eerste maken we de vergelijkingen leesbaar door alles te vermenigvuldigen met 10: s1-0,2s2 = 238.000 *10 0,1s1 +s2 -0,15s4= 1.219.000 *10 -0,1s2 +s3 -0,1s4= 2.355.000 *10 -0,3s3 +s4= 298.000 *10
Eigen middelen productieafdelingen (398.000+1.698.000+2.457.000) 4.553.000,00 ___________ -
Doorberekende kosten van serviceafdelingen 4.009.195,84 Totale kosten van de serviceafdelingen 4.110.000,00 ___________ - (Afrondings-)verschil 100.804,00
Gerrit
Student hbo - dinsdag 1 juni 2004
Antwoord
Ik heb lang moeten zoeken, want het is me nogal een verhaal dat je ons toegezonden hebt! Methodisch gaat het allemaal zoals het moet. Of je de afrondingen die je toepast moet toestaan laat ik aan jou over. Het geeft uiteraard enig verschil, maar het hangt van de aard van het probleem af of afronding toegestaan is.
In regel 2 van het stukje tekst waarboven staat "antwoord op b" schrijf je s2 = 1.219.000 + 0,1s1 + 0,15s4 In het volgend tekstblokje wordt dat 0,1s1 + s2 - 0,15s4 = 1219000. Voor 0,1s1 zou ik dan een minteken plaatsen, lijkt me.
Probeer eens of je nu beter in de buurt komt van wat je hoopte te vinden.