dat laatste stukje vanaf a+t=a+t snap ik nog niet. en als ik 0.06 x 4000000 doe dan is mijn antwoord 240000 niet 2400000, dus een 0 te weinig. hoe komt dit? alvast bedankt ilona
Ilona
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 29 mei 2004
Antwoord
Dag Ilona. De vergelijking a = 0.94a + 0.04t geeft 0.06a=0.04t De vergelijking t = 0.06a + 0.96t geeft ook 0.06a=0.04t. Daarom zijn de twee vergelijkingen afhankelijk. Dat zie je ook doordat bij het optellen der vergelijkingen een vanzelfsprekendheid ontstaat, namelijk a+t=a+t. Omdat dit stelsel van twee lineaire vergelijkingen afhankelijk is, bestaan er meer oplossingen voor dit stelsel dan alleen a=0,t=0. Uit 0.06a=0.04t volgt 6a=4t, dus a=4t/6=2t/3. Met a+t=4000000 volgt dan 2t/3+t=4000000, dus 5t/3=4000000. Dus t=12000000/5=2400000 en a=2t/3=4800000/3=1600000. Groet. Hennie