Je moet dus berekenen dat je met 4 dobbelstenen gooit en dat je bijvoorbeeld 5 ogen gooit. Dat zou dan volgens jullie op deze manier moeten: 4/6^4. Maar hoe bereken ik dit op de grafische rekenmachine, moet ik het dan als volgt intypen: haakje open, breuk 4/6, haakje sluiten, tot de vierde? of bedoelen jullie het anders en moet het bijvoorbeeld zonder haakjes en zonder breuken.?
hester
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 26 april 2004
Antwoord
Hoi hester
met 4 dobbelstenen 5 ogen gooien, wil zeggen: met 3 van de 4 een 1 gooien en dan nog eens met de 4de dobbelsteen precies een 2 gooien. Vanwege uniforme kansverdeling (elke uitkomst heeft gelijke kans: 1/6); kom ik uit op (1/6)4. Nu komt het: het kan zijn dat je met de 1ste, 2de, 3de of 4de dobbelsteen de 2 gooit. Dus 4x kans.
De gegeven oplossing: 4/6^4 is correct: ^is een bewerking van de 1ste (prioritaire) orde en moet dus eerst uitgevoerd worden. Nadien pas delen of vermenigvuldigen ;-) Om zot van te worden niet???
Het antwoord op jouw vraag is dus: zonder haakjes maar met het deling-teken , ah ja