De lijn x=p snijdt de kromme f:y=3+(1/x) in het punt A en Kg in het punt B. Bereken voor welke p de lengte van het lijnstuk AB minimaal is.
Hoe kan ik hieraan beginnen?
Fleur
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 26 maart 2004
Antwoord
Vermits de lijn x=p een verticale is kun je de lengte van je lijnstuk AB gelijk stellen aan het verschil van de beelden van de 2 functies voor een bepaalde x-waarde. Stel dus f(x) - g(x) dus gelijk aan een nieuwe functie l(x) en bepaal met behulp van de afgeleide van l(x) voor welke x-waarde deze functie (en dus de lengte van AB) minimaal is.
Je zult vinden dat de lengte minimaal is als p = e2 .