dit is me helaas allemaal duidelijk. Echter gaarne een planimetrische beschouwing als dit mogelijk is !
jaap
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 8 maart 2004
Antwoord
Zij f een functie die overal groter dan of gelijk aan nul is op het interval [a;b]. We definieren nu de oppervlakte functie F(t) als volgt: F(t) is de opppervlakte van het gebied ingesloten door de grafiek van f, de lijn x=a en de lijn x=t. We bekijken nu de toename DF van F op het interval [t;t+h]. Voor deze toename geldt DF=F(t+h)-F(t). We kunnen deze toename benaderen met f(t).h (Riemannsom) Links en rechts delen door h levert: (F(t+h)-F(t))/h=f(t) Nemen we nu h®0 dan levert dit: F'(t)=f(t). Hieruit blijkt dat de afgeleide van de oppervlaktefunctie de oorspronkelijke functie is. In die zin is bepaling van de oppervlakte de omgekeerde bewerking van de bepaling van de helling: Immers de toename van een functie op een interval is een maat voor de helling.