Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 15957 

Re: Re: Goniometrische ongelijkheden

Het is me nog steesds niet duidelijk hoe je dan aan -1 en Ö3/3 kan komen als nulpunten (via de D)

D= (3-Ö3)2-(4.3.(-Ö3))= 11-6Ö3+12Ö3
Ûx= [-(3-Ö3)+ Ö(3-Ö3)2+12Ö3)]/ 6
of x= [-(3-ÖÖ3)-(3-Ö3)2+12Ö3)]/ 6

Ook al werk ik de D uit, ik kom een net-niet Ö3/3 en nog een opl?

Zou u zo goed willen zijn me nogmaals verder te helpen?

Anne
3de graad ASO - zondag 9 november 2003

Antwoord

Ik weet niet waar die 11 vandaan komt (stond er bij de vorige vraag niet wat het moest zijn?), maar bij de discriminant kom je uit op 12-6Ö3+12Ö3. En dat laat zich toch vereenvoudigen tot 12+6Ö3? Dat laatste gebruik je dan bij het uitrekenen van x1 en x2. Nu vul je gewoon weer de 'oude' discriminant in, dus dat schiet niet echt op.

WvR
zondag 9 november 2003

©2001-2024 WisFaq