De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
DriehoeksmeetkundeGegeven is een gelijkbenige rechthoekige driehoek ABC, waarbij M het midden van AC is. Verder is F een punt tussen B en C op de lijn BC en de lijn FM snijdt de lijn AB in het punt E. Toon aan dat lijnstuk EF langer is dan lijnstuk AC. Ik weet niet zo goed hoe ik dit moet aanpakken. Er is aangegeven dat hoek ABC 45 graden is. Moet ik de stelling van thales gebruiken of met de theroie van gelijkbenige driehoeken? AntwoordAls we even aannemen dat $AB$ en $BC$ beide lengte $1$ hebben dan moeten we dus bewijzen dat $EF$ langer is dan $\sqrt2$. Noem de lengten van $BF$ en $BE$ even $x$ en $y$; laten we eerst aannemen dat $\frac12$<$x$<$1$. Dan geldt $y$>$1$ en in dat geval is de lengte van $EF$ gelijk aan $\sqrt{x^2+y^2}$. We moeten dus inzien dat $x^2+y^2$>$2$.
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|