De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Gelijkbenigheid bewijzen

Op school heb ik de volgende opgave gekregen:

Gegeven zijn twee cirkels met gelijke straal die elkaar snijden in punt A en B. De lijn l gaat door A en snijdt de cirkels in P en Q. Bewijs dat driehoek BPQ gelijkbenig is.

Nu loop ik bij het bewijzen hiervan een beetje vast.
Wat ik tot nu toe heb bedacht:

Door in m'n gedachten de rechter cirkel wat naar rechts te verplaatsen, blijven volgens mij BQ en PB even lang. Dus dan zou bewezen moeten worden dat QPB=QBP?

AQB staat op de grote boog AB in de rechtercirkel en APB staat op de kleine boog AB in de linkercirkel.

Hoe kan ik hiermee verder? Alvast bedankt

Johnny
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 29 maart 2012

Antwoord

Dag Johnny,
Je bent op de goede weg.
Je moet inderdaad proberen te bewijzen dat de hoeken P en Q in driehoek BPQ aan elkaar gelijk zijn.
q67249img1.gif
En je moet, goed gezien, gebruik maken van omtrekshoeken op beide cirkels.
Hoek P staat op boog AB van cirkel C1, hoek Q staat op boog AB van cirkel C2; zie bovenstaand plaatje.
En dan moet je (zelf) nog bewijzen dat die (beide KLEINE) bogen gelijk zijn (gelijke lengte hebben).
En dat zal je, omdat je weet dat de stralen van beide cirkels gelijk zijn, wel lukken, denk ik.
Tip: wat weet je van de hoeken AC1B en AC2B?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 29 maart 2012
 Re: Gelijkbenigheid bewijzen 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3