De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Re: Een breinbreker

 Dit is een reactie op vraag 64736 
Ik bedoel eigenlijk te zeggen het volgende:

Hoe kom je aan de factor 2 voor de vgl(II): 2·(ar+2)=a+ar2?
Is dit ergens uit af te leiden?

Ernest

Ernest
Leerling mbo - maandag 11 april 2011

Antwoord

Dat komt omdat het een rekenkundige rij is.
Drie opeenvolgende termen hebben dan de eigenschap dat de som van de twee buitenste termen gelijk is aan het dubbele van de middelste term.
Je kunt dat zien aan de algemene bouw van een rekenkundige rij.
De drie opeenvolgende termen kun je namelijk voorstellen als a, a + v en a + 2v zodat a + (a + 2v) = 2(a + v)

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 11 april 2011



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3