|
|
\require{AMSmath}
Logaritmen bij een exponentiële vergelijking
de vraag luidt : los op in met behulp van logaritmen.
5(5x-1-1)= 4(0.2x-5·0.04x)
ik werk uit tot: 5x-5= 4/5x-4 5.2x+1 maar als ik het logaritme ervan neem krijg ik nooit de juiste oplossing, die namelijk (1,0.431) moet zijn
kan iemand me helpen? bedankt, winny
winny
3de graad ASO - maandag 21 februari 2005
Antwoord
Nb. Die logaritmen moet je tot het allerlaatst bewaren..., kijk maar!
In het rechter lid staat tussen haakjes: (1/5)x - 5·(1/25)x En dat is dan gelijk aan: 1/5x - 5/52x Vermenigvuldiging met 4 geeft dan (jouw uitwerking rechts is dus gedeeltelijk onjuist): 4/5x - 20/52x Als je nu 5x gelijk stelt aan y (dit is een veelgebruikte 'truc' bij dit soort vergelijkingen), dan kan je de vergelijking herleiden tot (ga dit zelf na): y - 5 = 4/y - 20/y2 Vermenigvuldiging met y2 aan beide kanten (dat mag...) geeft dan y2(y - 5) = 4y - 20 En dan kan je hieruit wel de y's vinden, denk ik. Als het goed is, vind je drie waarden van y ...
Stel nu (het is vast niet zo...) dat je bijvoorbeeld (inderdaad een voorbeeld) vindt: y = 4. Je hebt reeds 5x = y. Dan is dus 5x = 4, en dan is x = 5log(4).
Die waarden van x die je opgeeft (1 en 0,431) zijn inderdaad goed.
Succes bij het 'napluizen'!
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 21 februari 2005
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|