|
|
\require{AMSmath}
Een recursieve formule
Hallo! Ik dacht dat ik alles begreep van recursieve formules maar nu heb ik deze vraag: t(n+2)= t(n+1)+2t(n), t(o)=1 en t(1)=1 ik moet de eerste 6 termen opschrijven maar dat t(n+2) maakt het ingewikkeld als er had gestaan: t(n+1)=2t(n) had ik het nog wel gesnapt. Kan iemand mij hierbij helpen? Alvast heel erg bedankt!!
Luca
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 31 januari 2005
Antwoord
Beste Luca,
De kleinste n met een gekende waarde is n = 0, namelijk t(0) = 1 en je weet n = 1 namelijk t(1)=1. Laten we met n = 0 beginnen. t(0+2) = t(0+1) + 2·t(0). Dus t(2) = t(1) + 2·t(0). Waarden van t(1) en t(0) invullen levert t(2) = 1 + 2·1 = 1 + 2 = 3.
Dan t(3) bepalen. 3 = 1 + 2 dus we werken met n = 1. t(3) = t(1+1) + 2·t(1) Þ t(3) = t(2) + 2·t(1) = 3 + 2·1 = 3 + 2 = 5.
Je kunt de formule ook herschrijven. Neem n = n - 2 dan staat er t(n) = t(n-1) + 2·t(n-2). Oftwel t(n) = vorige term + 2·(twee termen terug) [t.o.v. n uiteraard].
Dus t(4) = t(3) + 2·t(2) = 5 + 2·3 = 5 + 6 = 11. t(5) = t(4) + 2·t(3) = 11 + 2·5 = 11 + 10 = 21.
Enzovoorts.
Als iets onduidelijk is laat 't me weten.
Groetjes,
Davy.
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 31 januari 2005
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|