|
|
\require{AMSmath}
Meeh - coefficient
Hallo, ik heb een probleem: ik moet de Meeh-coefficient uitrekenen van een aantal voorwerpen. ik zal even uitleggen waar het over gaat. en vervolgens vertellen waar ik vast zit. De Meeh-coefficient (C) is uit te rekenen door: het Huidoppervlakte (H) te delen door het Gewicht (G) tot de macht 2/3. Dus C = H / G2/3. Vorm 1: Piramide (3-hoeks basis) met alle ribbes R dm lang, (materiaal = glas, dichtheid = 2,5 dm/g) H = 4 · een driehoek = Ö(r2 - (1/2 · r)2) · r · 1/2 ·4 = Ö(3/4) · r2 · 2 Vol = basis · hoogte · 1/3 = Ö(3/4) · r2 · 1/2 · hoogte · 1/3 = Ö(3/4) · r2 · 1/2 · Ö ( r2 - (2/3 · Ö(3/4) · r )2 · 1/3 = Ö(3/4) · r2 · 1/6 · Ö ( r2 - (2/3 · Ö(3/4) · r )2 · 1/3 = Hallo, ik heb een probleem: ik moet de Meeh-coefficient uitrekenen van een aantal voorwerpen. ik zal even uitleggen waar het over gaat. en vervolgens vertellen waar ik vast zit. De Meeh-coefficient (C) is uit te rekenen door: het Huidoppervlakte (H) te delen door het Gewicht (G) tot de macht 2/3. Dus C = H / G2/3. Vorm 1: Piramide (3-hoeks basis) met alle ribbes R dm lang H = 4 · een driehoek = Ö(r2 - (1/2 · r)2) · r · 1/2 ·4 = Ö(3/4) · r2 · 2 Vol = basis · hoogte · 1/3 = Ö(3/4) · r2 · 1/2 · hoogte · 1/3 = Ö(3/4) · r2 · 1/2 · Ö ( r2 - (2/3 · Ö(3/4) · r )2 · 1/3 = 1/6 · Ö(3/4) · r2 · Ö ( r2 ) - 2/3 · Ö(3/4) · r2 Hier ben ik dus vast komen te zitten, uiteindelijk moet je als je de C wilt uitrekenen alle r's weg kunne strepen. Ditlukt mij dus niet. Kunnen jullie mij helpen ? Nog even wat informatie: alle ribbes zijn hier r dm lang. om het gewicht uit te rekenen doe ik volume · 2,5 (dichtheid van glas). Vorm 2: Kegel met straal en hoogte r dm. (materiaal = glas, dichtheid = 2,5 dm/g) Hetzelfde verhaal ... weten jullie de Meeh-coefficient van deze kegel ? Huidoppervlakte kegel = π · r2 + π · r · √(r2 + r2) = πr2 + πr · √(r2 + r2) dm2 Inhoud kegel = (1/3) · π · r2 · r = (1/3)πr3 dm3 Gewicht kegel = ρ · v = 2,5 · (1/3)πr3 = (5/6)πr3 g Gewicht2/3 = (5/6πr3)^(2/3) = (5/6)^(2/3) · π^(2/3) · r2 Ckegel = H / G^(2/3) = πr2 + πr · √(r2 + r2) / (5/6)2/3 · π2/3 · r2 = π + πr · √(r2 + r2) / (5/6)^(2/3) · π^(2/3) = ? Alvast heel erg bedankt...
Karin
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 10 december 2003
Antwoord
Je bent een heel eind op de goede weg. Je moet alleen wat wortelvormen verder vereenvoudigen. Laten we beginnen met vorm 1. Vereenvoudig hierin de hoogte van √[r2-(2/3·√(3/4)·r)2] via √(r2-1/3r2) tot √2/3·r Daarmee wordt de inhoudsformule van de vorm constante·r3 Vorm 2: Vereenvoudig H van $\pi$r2+$\pi$r·√(r2+r2) via $\pi$r2 + $\pi$r·r√2 tot $\pi$r2 + $\pi$r2√2.
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 10 december 2003
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2024 WisFaq - versie 3
|