6·2·5·3 10·10·10 |
=0,180 |
_5·5·5_ 10·10·10 |
=0,125 |
_3·3·3_ 10·10·10 |
=0,027 |
P(3 wit)= |
_2·2·2_ 10·10·10 |
=0,008 |
P(A|B)=1/3
(je trekt een knikker met nummer 2, wat is de kans dat ie blauw is)
P(B|A)=1/3
(je trekt een blauwe knikker, wat is de kans dat het nummer 2 is)
of
P(2 knikkers van dezelfde kleur)=1·2/8=1/4
(de eerste knikker maakt niet uit, daarna nog 2 van de 8 'goed')
of
Er zijn 9·8=72 verschillende manieren om 2 knikkers (zonder terugleggen) uit de vaas te pakken. Daarvan zijn er 9·2 takken die 'goed' zijn, de kans is 18/72=1/4
P(2,2)=3/9·2/8=1/12
P(de som is 4)=1/4+1/12=1/3
..en dat is toch verwonderlijk! Kennelijk geldt hier niet wat bij getallen geldt: a$>$b en b$>$c en a$>$c