Gebeurtenis A is het trekken van een blauwe knikker.
Gebeurtenis B is het trekken van een knikker met nummer 2.
Laurens legt de getrokken knikker terug in de vaas. Vervolgens haalt hij er zonder te kijken in één greep twee knikkers uit.
Laat iemand een dobbelsteen uitkiezen en wed vervolgens om een euro dat je hoger zult gooien.
Als je tegenstander A kiest, kies jij D. Kiest hij of zij B, dan kies je A. Mocht je tegenstander C kiezen, dan kies je B. Als hij of zij D kiest, dan kies je C. Geloof het of niet, je zult uiteindelijk vaker winnen, dan je tegenstander!
Laat zien dat 'A' wint van 'B', 'B' van 'C', 'C' van 'D' en 'D' van 'A'.