Op dit moment ben ik bezig met kansrekenen en kom ik op de volgende rare opgave:
Als geldt P(A|B) = 0,30 en P(A en B) = 0,20 dan is P(B) gelijk aan:
0,06 0,50 0,667 0,60
Kunt u mij helpen met het oplossen van de vraag, ik heb geprobeerd het 1 en ander op te lossen d.m.v tutorials, maar ik kan hier niks over vinden, hoe dit op te lossen.
Hetzelfde heb ik met deze opgave:
Als geldt dat P(A) = 0,30 en P(B) = 0,70 en tevens dat de gebeurtenissen A en B onderling onafhankelijk zijn, dan geldt P(A en B) = ... 0,21 0,40 1 0,4286
Felix
Student hbo - maandag 1 december 2003
Antwoord
Dit soort 'problemen' kan je handig oplossen met behulp van een kanstabel:
P(A|B) is de kans op A als B! Uit bovenstaande tabel kan je dat vinden met: