De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Expliciet voorschrift

 Dit is een reactie op vraag 9644 
Dat van 3n snap ik al omdat er gewerkt word met sprongen van drie maar ik snap niet hoe je aan die a komt en hoe je weet dat je bij n=1 , tn=2 hebt ?
ik hoop dat je me kunt helpen
groetjes

sofie
2de graad ASO - woensdag 9 april 2003

Antwoord

Even een ander voorbeeld:
Je hebt de rij tn=4+2n
Snap je dan dat je de termen van de rij kunt vinden door voor n achtereenvolgens 1, 2, 3, enz. in te vullen, ofwel:
t1=4+2·1=6 (t1 is dus het eerste getal van de rij)
t2=4+2·2=8
t3=4+2.3=10
enz.
Dat is dus de betekenis van de formule
tn=4+2n
Nu terug naar jouw rij:
Je hebt de rij 2, 5, 8, 11 enz.
Deze rij noem je tn, en je zoekt een formule voor tn.
We weten inmiddels:
tn=a+3n.
Vul nu bijvoorbeeld voor n het getal 1 in.
Het eerste getal van jouw rij is 2.
dus: t1=a+3·1, maar daar moet 2 uitkomen.
Kun je dan a berekenen? (het is een negatief getal!)
succes,
groet, Anneke

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 9 april 2003
 Re: Re: Expliciet voorschrift 



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3