De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Examenopgave mbo 75-76 (2)

 Dit is een reactie op vraag 89533 
Ik denk het:

a=1, b=1 $\Rightarrow$ 1-1+c=0 $\Rightarrow$ c=0

en 2a=3c
c=1 $\Rightarrow$ a=3/2 b=0

Dit zijn twee richtingsvectoren met(1,1,0) en (3,0,2) maar dan zou ik een vlak krijgen geen lijn.

mboudd
Leerling mbo - zondag 5 april 2020

Antwoord

Je hebt twee vergelijking met dezelfde waarde voor $a$, $b$ en $c$. Met de tweede vergelijking in gedachten kan je kiezen voor $a=3$. Dan is $c=2$. Met de eerste vergelijking krijg je $3-b+2=0$ en dat geeft $b=5$. Ik had voor $a$ ook iets anders kunnen kiezen, maar uiteindelijk gaat het om dezelfde vector.

$
\begin{array}{l}
a - b + c = 0 \wedge 2a - 3c = 0 \\
Kies\,\,\,a = 3 \\
c = 2 \\
b = 5 \\
rv_k = \left( {\begin{array}{*{20}c}
3 \\
5 \\
2 \\
\end{array}} \right) \\
k:\left( {\begin{array}{*{20}c}
x \\
y \\
z \\
\end{array}} \right) = \left( {\begin{array}{*{20}c}
3 \\
2 \\
1 \\
\end{array}} \right) + \rho \left( {\begin{array}{*{20}c}
3 \\
5 \\
2 \\
\end{array}} \right) \\
\end{array}
$

Mooi he?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 5 april 2020



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3