Loading jsMath...
 

De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Rekenregel exponentiële functie in R bewijzen

We weten dat de vergelijking ar+s=ar·as opgaat in \mathbf{Q}, met a element van de strikt positieve reële getallen en r en s element van \mathbf{Q}, maar hoe toon ik nu aan de hand van limieten van rijen dat dit ook opgaat in \mathbf{R}?

Margau
Student universiteit België - maandag 30 juli 2018

Antwoord

Dat hoeft niet noodzakelijk zo te zijn. Ik neem aan dat ook gegeven is dat de functie continu is. In dat geval neem je x en y in \mathbb{R} en twee rijen rationale getallen, (p_n)_n en (q_n)_n met x=\lim_np_n en y=\lim_nq_n. Wegens de continuïteit geldt nu a^x=\lim_na^{p_n} en a^y=\lim_na^{q_n}, en ook a^{x+y}=\lim_na^{p_n+q_n}. Pas nu het gegeven toe op de machten a^{p_n}, a^{q_n}, en a^{p_n+q_n}.

Zie Pythagoras: Machtsverheffen voor gevorderden

kphart
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
maandag 30 juli 2018



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2025 WisFaq - versie 3

eXTReMe Tracker - Free Website Statistics