De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Vraagstukken

Ik snap dit vraagstuk niet zo goed:
Een kapitaal wordt gedurende een jaar belegd tegen 2,5% en een ander gedurende een jaar tegen 2,75%. Beide kapitalen verhouden zich als 5 en 3. De som van de intresten is €10(. Bepaal de beide kapitalen op twee cijfers na de komma nauwkeurig.
Zou iemand mij kunnen helpen want ik heb hier morgen examen van. Alvast bedankt!

Anna
2de graad ASO - zondag 21 juni 2015

Antwoord

Je zou de twee kapitalen kunnen voorstellen als 5K en 3K
(maar het kan net zo goed als K en 0,6K).
1% van 5K is gelijk aan 0,01 . 5K = 0,05K en dus is 2,5% gelijk aan 2.5 . 0.05K = 0,125K

Op dezelfde manier kun je nu ook de rente van het kapitaal 3K uitrekenen. ik vond 0,0825K.
De twee rentebedragen tezamen moeten nu gelijk aan 10 zijn.
Tel dus de twee bedragen die je vond bij elkaar (en daar zit K nog in) en zet er 10 achter.
De rekenmachine levert je K en bedenk dan nog even dat je begon met 5K en 3K.

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 21 juni 2015



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3