De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

exponentiele functies

Gegeven is de functie f: x (1/2)^x.
Los op: f(p) f(p2 - 2) f(4p - 2).
Ik ben als volgt te werk gegaan.
(21/2)^p (21/2)^p2 - 2 (21/2)^4p - 2 is gelijk aan
p p2 - 2 4p - 2 is gelijk aan

p p2 -2 p - p2 + 2 0

p2 - 2 4p - 2 -4p + p2

p2 - p - 2 0 (p - 2)(p + 1) 0

p(p - 4) 0 0 p 4

-1 p 2
0 p 2
0 p 4

Oplossingsverzamling = 0, 2

Graag zou ik weten of wat ik gedaan heb goed is ofdat ik bepaalde rekenkundinge regels heb overtreden. Mijn excuses voor iets onoverzichtelijke weergave maar weet niet hoe ik het duidelijker kan doen.

wouter
Iets anders - woensdag 5 februari 2003

Antwoord

In je eerste regel heb je als grondtal 1/2 staan, maar later wordt het ineens 21/2. Omdat het voor de oplossing ervan afhangt of het grondtal onder of boven 1 ligt, moet je even nakijken wat je precies gevraagd wordt. Ik ga nu even uit van de keuze 21/2.
Dan is de conclusie p < p2 - 2 < 4p - 2 in orde. Als je grondtal tóch 1/2 moet zijn, dan moet je de kleiner-tekens allemaal omkeren, dus groter-tekens ervan maken.

Je zit nu met wat men wel noemt een gekoppelde of een geschakelde ongelijkheid, d.w.z. het zijn er twee tegelijk.
Er moet nu gelden: p < p2 - 2 en tegelijkertijd p2 - 2 < 4p - 2.
(net zoals 3 < 6 < 10 betekent 3 < 6 en óók 6 < 10)

Uit p < p2 - 2 volgt p2 - p - 2 > 0 ofwel (p - 2)(p + 1) > 0 ofwel [ p < -1 óf p > 3] (Hint: schets de parabool y = (p - 2)(p + 1))

Uit p2 - 2 < 4p - 2 volgt p2 - 4p < 0 ofwel p(p - 4) < 0
ofwel 0 < p < 4 (alweer:maak een schetsje!)

Nu moeten de twee afzonderlijke resultaten tegelijkertijd gelden. Je vindt: 2 < p < 4
(dit kun je het beste zien met twee lijntjes onder elkaar waar je de twee afzonderlijke resultaten op aangeeft).

Je kunt ook grafisch te werk gaan. Je tekent in 1 figuur de grafieken van de functies y = p en y = p2 - 2 en y = 4p - 2. Dan moet je kijken wanneer de middelste grafiek zich tussen de twee andere bevindt.

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 5 februari 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3