WisFaq!

De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

HOME

samengevat

\require{AMSmath}

Re: Exponentiële vergelijking oplossen

Dit is een reactie op vraag 69530

Dat klopt helemaal, maar dat is ook niet wat ik bedoel, ik maak gebruik van:

g^a + g^b = g^c
a + b = c mits x $>$ 1

Ik begrijp dat a en b hier functies zijn, en dat de rekenregel daardoor natuurlijk niet meer officieel geldt, maar ik kom toch op de einduitkomst, alleen moet deze natuurlijk x zijn i.p.v. 3x-2. Ik vraag me af hoe dit verklaard kan worden, want het is natuurlijk geen toeval.
Tom Ko
Leerling bovenbouw havo-vwo - zaterdag 12 januari 2013

Antwoord

Soms maak je grove fouten en komt er tóch het juiste antwoord uit.
Jij zit hier in zo'n situatie (hoewel ik het juiste antwoord niet gezien heb).
Je beweert met droge ogen dat uit g^a + g^b = g^c volgt dat a + b = c.
Dus uit 2³ + 2³ = 2⁴ (en dat klopt écht!) trek je de conclusie dat 3 + 3 = 4.
Onhoudbaar dus!

MBL

Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zaterdag 12 januari 2013