De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Methode om het aantal metingen te bepalen

Voor een onderzoek ben ik twee typen microfoons aan het vergelijken. Ik heb nu een aantal metingen verricht. De resultaten verschillen enigszins van elkaar. Meer metingen maken het resultaat nauwkeuriger, maar kost ook meer tijd. Bestaat er een statistische methode waarin je kunt berekenen dat, op basis van de resultaten die je hebt, er genoeg metingen verricht zijn en dat je resultaat betrouwbaar is?

Roel
Student hbo - maandag 29 november 2010

Antwoord

Hallo, Roel.

Stel dat een standaardspreker door de ene microfoon tot op x1 meter afstand verstaanbaar is, en door de andere tot op x2 meter.
Ik ga ervanuit dat x1 en x2 gemiddeld minstens drie meter verschillen.
Hier zijn de uitkomsten van de metingen voor x1 en x2 bij ieder experiment weer anders, maar ik ga ervanuit dat de afwijkingen van het gemiddelde niet groter zijn dan een paar meter.
Maak eerst voor de uitkomsten van x1 een histogram.
In het histogram is boven elk interval (x-0.5,x+0.5) op de x-as, waarbij een x geheel aantal meters is, een balkje getekend waarvan de hoogte y het aantal metingen voorstelt waarbij de uitkomst afgerond x meter is.
Doe zoveel metingen dat de balkjes in het histogram van links naar rechts eerst steeds hoger worden en daarna steeds lager. (Minstens drie balkjes.)
Het histogram lijkt dan voldoende op de bekende klokkromme.
Maak voor de uitkomsten van x2 ook zo een histogram. Doe nog wat extra metingen, zodat je voor x1 en x2 evenveel metingen hebt.
Stel dat de histogrammen voor x1 en x2 elkaar overlappen op een niet-leeg interval (a-0.5,b+0.5). (Anders is er geen probleem.)
Je kunt nu tellen hoeveel percent van de metingen voor x1 in dit interval vallen, en analoog voor x2.
Stel dat de uitkomsten van het tellen zijn: p1 percent voor x1 en p2 percent voor x2.
Het maximum van deze twee percentages moet kleiner zijn dan 5 percent, anders heb je naar de smaak van de meeste statistici nog te weinig metingen gedaan.
(Dan zijn er ook minstens twintig metingen per microfoon.)

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 2 december 2010



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3