De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Re: Klok

 Dit is een reactie op vraag 63577 
Oke dat principe begrijp ik wel, maar ik kom niet uit met het antwoord op uit het antwoordenboek:
Het gewicht zakt 100 – 60 = 40 centimeter over 15 – 9 = 6 uur. Per uur zakt het gewicht dus 40/6= 6 2/3 centimeter. Neem t de tijd in uren met t = 0 op 3 uur ‘s middags
en h de afstand in cm van het gewicht tot de klok. Je vindt dan: h=100+6 2/3t [ik kom idd uit op 6 2/3 als hellingsgetal, maar niet op 100 als ik de coordinaten (9,60) of (15,100) invul.

Bij B wordt gevraagd om het tijdstip te berekenen waarop de klok stilstaat. Hierdoor moet je volgens het antwoordenboek 195=100+6 2/3t oplossen. t= 14,25 dus om kwart over vijf 's middags..hoe komen zij daaraan?
Dank u wel

michea
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 16 november 2010

Antwoord

Als je t = 0 om 3 uur 's middags neemt, geldt t = -6 om 9 uur 's morgens.
De coördinaten worden dus (-6,60) en (0,100)
En met deze coördinaten vind je dan inderdaad de vergelijking h = 100 + 6 2/3t

De klok valt dan stil voor t = 14,25 , dus 14u 15min te tellen vanaf t = 0 of vanaf 15 u; dus om kwart over 5 's nachts (en niet 's middags).

Ok?

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 16 november 2010



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3