De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijshome | vandaag | gisteren | bijzonder | gastenboek | wie is wie? | verhalen | contact |
||||||||||||||||||
|
\require{AMSmath}
Functie met parameter pEen functie heeft 2 verticale asymptoten en geen extremen. Dan kan y elke waarde bereiken. Dit wordt gedemonstreert in de vraag: Bepaal bij y=[(x2+px+2)/(x2-x-2)] de waarden voor p zo, dat y elke waarde kan aannemen. Er zijn dan geen extremen, dus moet de vergelijking:(y-1)x2-(y+p)x-2(y+1)=0 voor elke y twee reele wortels x leveren. Dit gebeurt, als de Discriminant 0 Uitgewerkt is dat (y+p)2+8(y-1)(y+1)0. Tot hier begrijp ik het volkomen, maar met het volgende heb ik meer moeite om te begrijpen: "En dit zal zo zijn, als de Discriminant 0 Uitgewerkt 4p2-36(p2-8) 0" ® p2-9(p2-8)0 ® p2-90; zodat tenslotte +3p-3. Wie kan mij uitleggen, waarom: En dit zal zo zijn als de Discriminant 0 ? AntwoordNa je opmerking 'tot hier begrijp ik het volkomen' schrijf je een formule op die na uitwerking de formule van een tweedegraads functie in de variabele y blijkt te zijn. De formule begint met 9y2 en dat betekent dat het dan over een dalparabool gaat. Er moeten alleen maar positieve waarden uitkomen, dus die dalparabool moet boven de y-as liggen. De discriminant zal dan negatief moeten zijn. Vandaar!
home | vandaag | bijzonder | gastenboek | statistieken | wie is wie? | verhalen | colofon ©2001-2024 WisFaq - versie 3
|