De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Rekenen met variabelen

Ik krijg de opdracht: schrijf de volgende formules zo klein mogelijk.

p + p = 2p
p · p = p2

Maar ik kom er ook een paar tegen waar ik niet uit kom.
Zoals deze:

4p2 - 3p + p2 - 3p =

Het struikelblok voor mij is denk ik vooral die 2 die tot de macht van 2 staan.
Bij 4p2 - 3p kan je er niet simpelweg 3 aftrekken lijkt me, maar hoe het wel moet weet ik niet.

Nog zo een is:

4ab - 3b - 5ab =

Kunnen jullie hier misschien wat uitleg over geven?

Alvast bedankt

Leslie
Leerling mbo - zondag 15 oktober 2006

Antwoord

Je kunt alleen gelijksoortige termen samennemen. Gelijksoortige termen zijn termen met dezelfde variabelen met dezelfde machten... populair gezegd: dezelfde letters met dezelfde exponenten.

Bij 4p2-3p+p2-3p zijn 4p2 en p2 dus gelijksoortige termen... ook -3p en -3p zijn gelijksoortige termen, sterker nog: ze zijn hetzelfde....

Dus 4p2-3p+p2-3p = 5p2 - 6p

Zo ook bij 4ab-3b-5ab zijn 4ab en 5ab gelijksoortige termen... dus:

4ab-3b-5ab = -1ab-3b = -ab-3b

Hopelijk helpt dat...

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 15 oktober 2006



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3