De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Fysica vraagstuk

beste wisfag
het volgende vraagstuk kan ik niet oplossen, kheb wel een ander voorbeeldoefening maar kben afwezig geweest en kan er niet echt aan uit. Graag uw hulp.
"De kerstman glijdt langs een beijzeld dak naar beneden. Hij vertrekt vanuit rust van op de top vh. dak dat 8.2m lang is, met versnelling van 5.0m/s2. De rand van het dak bevindt zich 3.0 m boven de grond. die met een pak sneeuw bedekt is."
a) Hoe groot is de snelheid vd. kerstman waarmee hij vanhet dak vliegt?
b) Hoe groot is de afstand tussen het huis en het punt waar hij in de sneeuw terecht komt?
(heb geprobeert het met een tekening voor te stellen maar ging ook niet)
Alvast bedankt.

Fadi
3de graad ASO - maandag 25 september 2006

Antwoord

Om dit vraagstuk correct op te lossen, ontbreekt het me aan de precieze gegevens. Daarom doe ik zelf maar een paar aannames en moet jij maar uitmaken of dat klopt:
1. de kerstman glijdt schuin naar beneden, en eenmaal bij de rand van het dak vliegt hij in horizontale richting de dakrand af.
2. Jij zegt dat de afstand van de rand van het dak tot de *grond* 3 meter is. Maar ik denk dat er bedoeld wordt: de (verticale) afstand van de rand van het dak tot het *sneeuw-oppervlak*

a. de kerstman ondergaat over een afstand van 8.2 m een versnelling van 5 m/s2. dan kun je met s=1/2.a.t2 uitrekenen hoelang het duurt voordat de kerstman de rand van het dak bereikt heeft. -- t
Vervolgens reken je met v(t)=v0+a.t uit wat de eindsnelheid is.

b. het gaat hier natuurlijk om de horizontale afstand. De horizontale afstand hangt af van 2 dingen: ten eerste de horizontale snelheid (die onveranderd blijft) en de TIJD die het de kerstman 'gegund' is om door de lucht te vliegen.
De kerstman maakt immers een vrije val. In verticale richting ondergaat hij de zwaartekrachtsversnelling g(=9,81 m/s2) en legt hij een afstand van 3 meter af. Hoelang deze val duurt, is te berekenen met h=1/2gt2
Hieruit volgt een waarde voor t.
Gedurende deze vrije val veplaatst de kerstman zich in horizontale richting met snelheid v welke bij opgave a gevonden is.

Voor de horizontale afstand geldt dus: shor=......

Hopelijk kun je zelf weer verder met deze hints.

groeten,
martijn

mg
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 26 september 2006



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3