De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Een vergelijking oplossen

hoe los je de volgende vergelijking op?? hoe begin je daaraan??
(x-3)-(-4x+7) = 5

en
9-(x-3)-5(3x+2) = 0

Iris
Iets anders - woensdag 28 augustus 2002

Antwoord

Beste Iris,

Voor beide vergelijkingen geldt dat je
- eerst de haakjes moet wegwerken
- dan de x-termen naar de ene kant van de = brengt en de andere termen naar de andere kant

Dus voor jouw twee vergelijkingen betekent dat:

(x-3)-(-4x+7) = 5
x-3 + 4x - 7 = 5 (haakjes wegwerken)
5x - 10 = 5 (termen samennemen)
5x = 15 (beide kanten van de = 10 optellen)
x = 3 (beide kanten door 5 delen)

9-(x-3)-5(3x+2) = 0
9-x+3-15x-10=0 (haakjes wegwerken)
2-16x=0 (termen samennemen)
2 = 16x (beide kanten + 16x)
1/8 = x

Dit is de algemene manier om dit soort problemen op te lossen. Misschien vond je het ook wel lastig dat er een - direct voor de haakje stond: bijvoorbeeld -(x-3)
Dat mag je gewoon lezen als -1*(x-3)
Dus dan moet je bij het wegwerken van de haakjes -1*x en -1*-3 doen. En - maal - is +

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 28 augustus 2002



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3