De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Tweedegraadsfuncties

Aangepast:

Ik bestudeer zelfstandig vwo wiskunde om het wat makkelijker te krijgen op het HBO en ben nu met het NT/NG 4 boek bezig.

Nu weet ik niet of het een fout in het boek is of dat ik ergens tijdens het leer proces niet goed opgelet heb maar ik kom er even niet uit.

Gegeven zijn de functies fp(x)=1/4x2+px+5 en de lijn l:y=2x+4.
[s]a. Bereken de nulpunten van f3.
b. Voor welke p heeft fp een negatief minimum?
c. Bereken de x-coordinaten van de snijpunten van l en de grafiek van f4.
[/s]
[u]d. Voor welke p raakt de grafiek van fp de lijn l?[/u]

d. De vraag is fp(x)=2x+4 geeft 1/4x^2+(p-2)x+1=0.
De grafiek van fp raakt de lijn l als deze vergelijking 1 oplossing heeft, dus als D = 0.

Fp(x)=2x+4
1/4x^2+px+5=2x+4
1/4x^2+px-2x+1=0
1/4x^2+(p-2)x+1=0
logisch..

( bij D hoort trouwens inderdaad D=b2-4ac)

Voor raken geldt D=0
en in het boek staat dan hetvolgende:
D=(p-2)^2-1
Maar dan! Waar zijn die x'en gebleven?!

hieruit volgt:
(p-2)^2-1=0
(p-2)^2=1
p-2=1 en p-2 = -1
p=3 en p = -1

Dit laatste volg ik weer.

anonym
Iets anders - vrijdag 7 oktober 2005

Antwoord

Bij de abc-formule (en de discriminant D=b2-4ac) gaat het om vergelijkingen van de vorm ax2+bx+c=0. Er geldt: als D=0 dan heeft de vergelijking precies één oplossing. Die a, b en c zijn de coëfficienten van de vergelijking. In dit geval:

a=1/4, b=p-2 en c=1. Dus D=(p-2)2-4·1/4·1=(p-2)2-1=0
Enz...

Hopelijk helpt dat.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
vrijdag 7 oktober 2005



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3