De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Vraagstukken met stelsels

Een eerste getal bestaat uit 2 cijfers gevolgd door een 4. Het tweede getal bevat dezelfde 2 cijfers in dezelfde volgorde maar voorafgegaan door een 4. Het tweede getal is net zoveel groter dan 400 als het eerste getal kleiner is dan 400.

Lung m
2de graad ASO - zondag 7 november 2004

Antwoord

De getallen kun je voorstellen als ab4 en 4ab.
De grootte van de getallen is dan 100a + 10b + 4 resp. 400 + 10a + b.
Omdat ze evenver afliggen van 400, is hun optelsom gelijk aan 800.
Dat geeft na vereenvoudiging 10a + b = 36.
Op zich zijn hier oneindig veel a's en b's voor te vinden, maar omdat a en b cijfers zijn, mogen ze maximaal 9 zijn en a mag zelfs niet 0 zijn.
Hiermee kun je de a en b wel vinden, denk ik.

MBL
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 7 november 2004



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3