De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Gelijkvormigheid

Ik heb morgen een repetitie wiskunde over het onderwerp gelijkvormigheid maar ik snap het niet helemaal.
Hoe kan ik nou zien of ze gelijkvormig zijn?

leoni
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - woensdag 3 november 2004

Antwoord

Ik neem aan dat je 't over driehoeken hebt. Twee driehoeken zijn gelijkvormig als de overeenkomstige hoeken gelijk zijn!

voorbeeld

Hier is DDEC gelijkvormig met DBAC. Waarom?
Omdat:
ÐD=ÐB (Z-hoeken)
ÐE=ÐA (Z-hoeken)
ÐDCE=ÐBCA (overstaande hoeken)

voorbeeld

Hier is DPQC gelijkvormig met DABC. Waarom?
Omdat:
ÐP=ÐA (F-hoeken)
ÐQ=ÐB (F-hoeken)
ÐC=ÐC (dezelfde hoek)

Hopelijk is dat wat je bedoelde en maakt het ietsje duidelijker.

Op Oefenopgaven gelijkvormigheid kan je nog wat oefenopgaven vinden met antwoorden.

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
woensdag 3 november 2004



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3