De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Plaatscoördinaat

jah, ik heb dus nog een vraag in deze categorie. het zijn vragen die morgen op mijn examen gaan staan... heel hartelijk bedankt hé!!!
hier volgt de vraag: de binnenkant van een glas is kegelvormig. de hoogte is 8cm en de straal is 4cm. het glas wordt vol koffie gegoten met een debiet van 2cm3/sec. hoe snel stijgt de koffie in de beker na 2 seconden en hoe snel na 4 seconden.
de inhoud van een kegel is 1/3pmaal straal2 maal hoogte
ik zou dus al eerst de inhoud berekenen, maar hoe je dan verder moet, blijft voor mij een vraagteken! bedankt!!!

ann ba
3de graad ASO - zondag 7 december 2003

Antwoord

Hallo Ann,

Op elk tijdstip is de ingegoten inhoud een kegel met een bepaalde straal en een bepaalde hoogte. Na 2 seconden bijvoorbeeld heb je 4 cm3. Nu moet je proberen te weten te komen welke hoogte je dan hebt, en daar moet je dan de afgeleide van berekenen: je hebt immers de stijgsnelheid nodig.

Goed, laten we dat oplossen voor een tijdstip t.

Inhoud in cm3 = 2t = prt2ht/3 (*)
Waarbij rt de straal van het grondvlak voorstelt op tijdstip t (een grondvlak dat zich weliswaar bovenaan de vloeistof bevindt), en ht is dan de hoogte die de vloeistof bereikt heeft op tijdstip t.

Bovendien heeft de kegel altijd dezelfde vorm, er is namelijk een vast verband tussen rt en ht, als volgt:
ht = 2rt. Dit kan je eenvoudig aflezen als je het glas van opzij bekijkt.

Samen (vervang in (*) de rt door ht/2):
2t = p ht3/12
Dus ht3 = 24t/p
Dus ht = 3Ö(24/p) * 3Öt

Op die manier ken je de hoogte van de vloeistof op elk tijdstip. Leid dit af naar t, dan komt er de stijgsnelheid, dus dat is het gevraagde:
dht/dt = 3Ö(24/p) * (1/3) * t(-2/3)

Vul t=2 in, of vul t=4 in en je bekomt de gevraagde stijgsnelheid in cm/s op die tijdstippen. De negatieve exponent van t in deze uitdrukking zorgt ervoor dat de hoogte steeds trager stijgt, wat intuïtief logisch is.

Groeten,
Christophe.

Christophe
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
zondag 7 december 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3