De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Relatieve afname van a.b2.c3

Ik kreeg laatst dit lastige raadsel van iemand, maar ik kan er niet uit komen.

f(a,b,c)=a.b2.c3

In deze uitdrukking worden de waarden van a, b, en c elk verminderd met 40%. Met hoeveel % daalt de waarde van f(a,b,c) dan?

Kunnen jullie me helpen? Ik heb al geprobeerd om gewoon bepaalde waardes in te vullen, maar dan komt er steeds iets anders uit.

Johan
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 4 december 2003

Antwoord

Hoi,

We nemen l=1-40/100=0.6. Na de afnames van 40% hebben we:
a'=l.a, b'=l.b en c'=l.c.

Zodat f(a',b',c')=a'.b'2.c'3=(l.a).(l.b)2.(l.c)3=l6.a.b2.c3=l6.f(a,b,c). We hebben dus f(a',b',c')/f(a,b,c)=l6. Dit is een relatieve afname van 1-l6@0.953344 of 95%...

Groetjes,
Johan

andros
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 4 december 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3