De digitale vraagbaak voor het wiskundeonderwijs

home |  vandaag |  gisteren |  bijzonder |  gastenboek |  wie is wie? |  verhalen |  contact

HOME

samengevat
vragen bekijken
een vraag stellen
hulpjes
zoeken
FAQ
links
twitter
boeken
help

inloggen

colofon

  \require{AMSmath} Printen

Exponentiele groei

Ik wil uitrekenen wat de tijd is in de formule 30=2t ( tot de t). Hoe reken ik dat uit op mijn rekenmachine, de casio fx-82TL?

Marijk
Student hbo - dinsdag 22 juli 2003

Antwoord

Beste Marijke,
voor het oplossen van een vergelijking van het type gx = a kan je gebruik maken van logaritmen.
Er geldt algemeen:
Als gx = a dan geldt glog a = x

Hoe je in één keer glog a intypt op jouw rekenmachine weet ik niet, maar voor ieder logaritme geldt:
glog a = clog a / clog g
En dus ook het natuurlijke logaritme mag hier gebruikt worden waardoor we krijgen:
glog a = ln(a) / ln(g) wat vrij eenvoudig is in te typen op elke rekenmachine.
Het standaard logaritme 10log a = log a kan natuurlijk ook.

In jouw specifieke situatie dus:
30 = 2t dus t = 2log 30 = ln(30) / ln(2) = 4,906890596 (ongeveer).

M.v.g.
Peter

Wie is wie?
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
dinsdag 22 juli 2003



home |  vandaag |  bijzonder |  gastenboek |  statistieken |  wie is wie? |  verhalen |  colofon

©2001-2024 WisFaq - versie 3