|
|
\require{AMSmath}
Bewijs verschil- en somformules mbv eenheidscirkel
Beste meneer/mevrouw, Ik snap 1 stap niet uit het bewijs voor verschil- en somformules uit mijn boek vwo NG/NT 4. Dit bewijs is aan de hand van de eenheidscirkel waarop o.a. punt P(cos t, sin t), punt A(1,0) en punt B(0,1). (P ligt hierbij tussen A en B in, op de cirkel.) OP is ontbonden in twee loodrechte componenten langs de x-as en y-as. OA noemen ze a, en OB noemen ze b. Nu stellen ze: OP = cos t * a + sin t * b Dit zou toch betekenen dat OP= cos t + sin t = 1 ?? OP is immers 1, en a en b zijn allebei ook 1. Ik snap niet hoe dit kan kloppen. Alvast heel erg bedankt voor de hulp, Janna
Janna
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 20 oktober 2005
Antwoord
Als we vectoren vet weergeven en getallen gewoon, dan staat er OP=cos(t)*a+sin(t)*b. Hierbij zijn a en b vectoren met lengte 1, maar verschillende richting. De vector OP bepaal je dan door vectoriele optelling . Je mag dus niet zomaar zeggen dat de vector OP 1 is, net zo min als je mag zeggen dat de vectoren a en b 1 zijn.
|
Vragen naar aanleiding van dit antwoord? Klik rechts..!
donderdag 20 oktober 2005
|
|
home |
vandaag |
bijzonder |
gastenboek |
statistieken |
wie is wie? |
verhalen |
colofon
©2001-2025 WisFaq - versie 3
|