\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

CCVX wiskunde A vraag 3a jan 2014

Een raam is gemaakt van een glassoort met de eigenschap dat een glazen plaat van 10 mm dikte 13% van het invallende licht absorbeert. De dikte van het glas is in het raam bedraagt 24mm.

a) bereken hoeveel procent van het invallende licht door het raam wordt geabsorbeerd.

Mijn vraag is waarom er in de uitwerking wordt gerekend met het percentage doorgelaten licht en aan het einde wordt dit omgerekend naar het percentage geabsorbeerde licht. Ik kan dit maar niet uitvogelen. Als ik alleen reken met het percentage geabsorbeerde licht kom ik niet op hetzelfde antwoord..

Saida
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 14 juli 2020

Antwoord

Het rekent iets makkelijker: na $10\,\mathrm{mm}$ is er nog $87\%$ licht over en in de volgende $10\,\mathrm{mm}$ hou je daarvan weer $87\%$ over. Dus na $20\,\mathrm{mm}$ hebt je nog $0.87^2$ van het oorspronkelijke licht over, dat is ongeveer $0.76$, ofwel $76\%$.
Na de eerste $20\,\mathrm{mm}$ is dus ongeveer $24\%$ geabsorbeerd.

Als je met absorberen werkt ben je na $10\,\mathrm{mm}$ dus $13\%$ kwijt en in de volgende $10\,\mathrm{mm}$ raak je $13\%$ van de overgebleven $87\%$ kwijt,
dus in totaal raak je $0.13+0.13\times0.87$ kwijt. Dat is hetzelfde antwoord als eerst, maar het rekenwerk is wat lastiger.

Nu kun je zelf wel zien hoe het met de laatste $4\,\mathrm{mm}$ gaat.

kphart
dinsdag 14 juli 2020

 Re: CCVX wiskunde A vraag 3a jan 2014  

©2001-2024 WisFaq