\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Coëfficiënten bepalen van een kromme

Wij hebben deze oefeningen tijdens de werkcollege klassikaal opgelost, maar ik begrijp nog steeds niet hoe de docent aan de uitkomst is gekomen.
De kromme K met vergelijking y=ax2+bx+c bevat het punt p(-1,0) en raakt y=x in het punt met abscis x=1. Bepaal a,b,c

Hanaa
Student universiteit België - donderdag 21 december 2017

Antwoord

Hallo Hanaa,

De kromme bevat het punt p(-1,0). Dit betekent: wanneer je x=-1 kiest, dan geldt y=0. Dus:

a(-1)2 + b·-1 + c = 0

Dit levert:
a - b + c = 0 (vergelijking 1)

Dan: de kromme raakt de lijn y=x in het punt met abscis x=1. Het raakpunt met x=1 ligt dus op de lijn y=x, dus het raakpunt heeft de als coördinaten (1,1). De kromme gaat door het raakpunt (1,1), dus moet gelden:

a·12 + b·1 + c = 1

Dit levert:
a + b + c = 1 (vergelijking 2)

Tot slot: de kromme raakt in (1,1) aan de lijn y=x. De helling (afgeleide) van deze lijn is 1, dus moet de helling (afgeleide) van de kromme in het punt (1,1) ook gelijk zijn aan 1.
De afgeleide van de kromme K is:

y' = 2ax + b

Voor x=1 geldt: y'=1, dus:

2a·1 + b = 1
2a + b = 1 (vergelijking 3)

We hebben nu 3 vergelijkingen met 3 onbekenden a, b en c:

a - b + c = 0
a + b + c = 1
2a + b = 1

Zo'n stelsel is oplosbaar. Je kunt vergelijkingen op een handige manier bij elkaar optellen of aftrekken, of onbekenden één voor één elimineren. Bij het antwoord op 3 vergelijkingen, 3 onbekenden zie je een voorbeeld hoe je dit doet.

Lukt het hiermee?


donderdag 21 december 2017

©2001-2024 WisFaq