\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Vraag en aanbod

Ik moet aan de hand van een aanbodfunctie de vraagfunctie berekenen maar ik weet niet direct hoe ik hier aan begin.

Opgave: De onderstaande figuur geeft de marktsituatie voor 2008 weer. De vergelijking voor het aanbod van champagne wordt gegeven door q^a= -50+10p (q in miljoen flessen). Bereken via de gegevens van de figuur de exacte vergelijking van de vraagcurve.
De vraagcurve loopt door de punten (250,0);(0,50) en de aanbodcurve begint bij (0,5) en snijdt de vraagcurve door (150,20)

In 2008 werden er 141 miljoen flessen aangeboden.

Alvast bedankt!

m
Student universiteit België - zaterdag 24 januari 2015

Antwoord

Hallo Michel,

De vergelijking van de vraagcurve heeft - net als elke vergelijking van een rechte lijn- deze vorm:

qv = a.p + b

Hierin is a de richtingscoëfficiënt (ook wel: hellingsgetal), b geeft het punt waar de lijn de verticale as snijdt.

De lijn gaat door (0,50), dus moet gelden:

50 = 0a + b, dus: b=50
(dit kan je ook direkt aflezen: snijpunt met verticale as ligt op q=50)

De lijn gaat ook door (250,0), dus moet ook gelden:

0 = 250.a + 50
250a = -50
a = -0,2

Je vindt dus:

qv = -0,2a + 50


zaterdag 24 januari 2015

 Re: Vraag en aanbod 

©2001-2024 WisFaq