\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Grootste gemeenschappelijke deler en kleinste gemeenschappelijke veelvoud

Hoi,
Ik snap niet hoe je een ggd of kgv moet berekenen. Bijvoorbeeld gevraagd: ggd (grootste gemeenschappelijke deler) en kgv (kleinste gemeenschappelijke veelvoud) 210 en 660. Ik hoop dat u mij kunt helpen.
Groet

melek
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - zaterdag 5 september 2009

Antwoord

Je kunt de getallen eerst eens ontbinden in priemfactoren:
   210
2----
105
3----
35
5----
7
7----
1
en
   660
2----
330
2----
165
3----
55
5----
11
11----
1
Dus:
210 = 2·3·5·7
660 = 22·3·5·11

De GGD bestaat uit de gemeenschappelijke factoren van beide getallen.
GGD(210,660)=2·3·5=30

Het KGV zal nu in ieder geval de factoren 22, 3, 5, 7 en 11 moeten bevatten. Dus KGV(210,660)=22·3·5·7·11=4620.

Hopelijk helpt dat...


zaterdag 5 september 2009

©2001-2024 WisFaq