We hebben 50 opgaven over kansberekening gekregen, een aantal vragen kom ik niet, dit zijn de volgenden:
Vraag 1Leeftijd: 15 16 17 18
aantal leerlingen: 17 42 16 4
Er wordt een vertegenwoordiging van vijf leerlingen gekozen.
Bereken de kans op een vertegenwoordiging
a. met precies drie 16-jarigen.
b. met leerlingen die allemaal dezelfde leeftijd hebben.
Vraag 2
Kees gooit met drie gewone dobbelstenen.
Bereken exact! de kans dat
a. het product van de drie ogenaantallen gelijk is aan 12.
b. het product even is.
Vraag 3
Bij een loterij zijn 200 loten verkocht voor 3 euro per stuk. Er zijn twee prijzen van elk 50 euro en tien prijzen van elk 20 euro. Op elk lot kan niet meer dan 1 prijs vallen.
Leonie heeft 6 loten gekocht.
Bereken de kans dat Leonie
a. minder dan twee prijzen wint.
b. precies 100 wint.
c. geen verlies lijdt bij deze loterij.
Serena
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 11 mei 2009