\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Re: Hoe los ik deze op

 Dit is een reactie op vraag 55374 
In het antwoord staat:
"Dit kan natuurlijk alleen maar als a=4 en c=-3"...
Dat snap ik niet heelemaal..hoe weet je dat a 4 is en c -3?
Zou iemand dan mischien iets meer voor me kunnen uitleggen?
Alvast bedankt.

Simone
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 10 juni 2008

Antwoord

4x3-8x2-15x+9 moet gelijk zijn aan
ax3+(b-3a)x2+(c-3b)x-3c voor iedere x.
Dat kan alleen als de coefficienten van de machten van x gelijk zijn in beide vormen.
Dat levert dus op
a=4
b-3a=-8
c-3b=-15 en
-3c=9


woensdag 11 juni 2008

©2001-2024 WisFaq