\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Re: Re: Re: Re: Geld voor het oplossen van vraagstukken

 Dit is een reactie op vraag 55861 
nee, ik heb dat wel geleerd, maar heel veel vroeger - ben 66 -
heb vanmorgen aan een andere manier gedacht, meer logisch denken , ben ook wel niet zeker
0.25j-0.2f = 5.4
j = 4*5.4 + 4*0.2f
j = 21.6 + 0.8 f
21.6+0.8f+f = 36
1.8f = 36-21.6
1.8f = 14.4
f is dan 8
wat denk je, zou toch ook gaarne die vergelijking opgelost zien, noteer het dan voor een volgende opgave
dank

elsy d
1ste graad ASO-TSO-BSO - woensdag 4 juni 2008

Antwoord

Beste Elsy,

Wat je nu doet is toch precies hetzelfde, alleen met enkele andere tussenstappen.
Opeens kan je wel een substitutie doen en een vergelijking oplossen?!
Wel vreemd dat je "1ste graad ASO-TSO-BSO" invult als je 66 bent...

Het antwoord klopt, met f = 8 vind je dus j = 36-8 = 28.

mvg,
Tom


woensdag 4 juni 2008

 Re: Re: Re: Re: Re: Geld voor het oplossen van vraagstukken 

©2001-2024 WisFaq