\require{AMSmath}
WisFaq - de digitale vraagbaak voor wiskunde en wiskunde onderwijs


Printen

Gegeven standaardafwijking

De vraag is:

In klas 3A behaalde Jan voor Nederlands 45/60 voor Nederlands en in klas 3B behaalde Eva voor datzelfde vak 48/60 . In klas 3A was het gemiddelde 36 (op 60) met een standaardafwijking van 4. In klas 3B was het gemiddelde 42 (op 60) met een standaardafwijking van 6. Wie heeft er nu relatief gezien de beste uitslag?

Ik denk eva omdat ze 9 punten boven het gemidelde zit en de standaardafwijking maar 4 is

Nog een vraag waar ik niet uit kom:

Docenten van een hogeschool zijn na de bespreking van attitudes tot het besluit gekomen dat hun leerlingenpopulatie uit 50% harde werkers, 10% ‘doodblokkers’ en 40% ‘boemelaars’ bestaat. Een statistisch onderzoek van de uitslagen van voorgaande academiejaren heeft uitgemaakt dat 85% van de ’boemelaars’ mislukken. Van de ‘doodblokkers’ mislukken er 20% wegens overspannen zijn. Van de regelmatige werkers mislukken er slechts 5%. Wat is de kans dat een mislukt student behoort tot de groep van de ‘boemelaars?

Gewoon 85%? Maar dat lijkt me te simpel...

stepha
3de graad ASO - vrijdag 15 december 2006

Antwoord

Jan heeft 9 punten meer dan het gemiddelde bij een standaarddeviatie van 4. Zijn score ligt dus meer dan 2 keer de standaarddevitie boven het gemiddelde. Eva heeft 6 punten meer dan het gemiddelde bij een standaarddeviatie van 6 en dat is slechts 1 keer de standaarddeviatie hoger dan het gemiddelde! Relatief gezien heeft Jan het veel beter gedaan!

Bij de tweede vraag heb je te maken met een voorwaardelijke kans....
A: boemelaar
B: mislukt



Zie ook 4. Voorwaardelijke kans

Zou het daarmee lukken?


zaterdag 16 december 2006

©2001-2024 WisFaq