Een veestapel van 150 dieren is blootgesteld aan een infectie. De veearts weet uit ervaring dat een dier in dit geval een kans van 0,4 heeft om ziek te worden.
Bereken de kans dat meer dan de helft van de dieren ziek wordt.
Los deze oefening eerst op m.b.v. de binomiale verdeling en daarna m.b.v. de normale verdeling.