Ik moet beschrijven hoe de vraag naar x1 afhangt van de prijs p1 van product x1 en de prijs p2 van product x2. voor enkele prijzencombinateis krijg ik de gegevens in de tabel:
(p1,p2) |(6,8)|(7,7)|(9,7) q1 |3200 |3100 |2900
Ik moet hier de eerstegraadsfunctie -100p1 + 3800 uitkomen maar ik begrijp niet hoe ik hieraan moet komen.
Daarnaast wordt er ook gevraagd of x1 en x2 concurrerende producten zijn, maar ik snap niet hoe ik dat ahv de eerstegraadsfunctie kan afleiden.
Alvast bedankt voor de hulp!
Jade L
Student universiteit België - zondag 22 november 2020
Antwoord
Hallo Jade,
Als q1 lineair afhangt van p1 en p2, dan kan je dit beschrijven met de vergelijking:
q1 = a·p1 + b·p2 + c
Vul drie keer een gegeven combinatie in, je krijgt 3 vergelijkingen met 3 onbekenden:
6a + 8b + c = 3200 (1) 7a + 7b + c = 3100 (2) 9a + 7b + c = 2900 (3)
Trek (2) af van (3), dit levert: 2a = -200 a = -100
Hiermee worden vgl. (1) en (2): -600 + 8b + c = 3200 (1') -700 + 7b + c = 3100 (2')
Ofwel: 8b + c = 3800 (1") 7b + c = 3800 (2")
(1")-(2") levert: b = 0
Invullen in (1") of (2") levert: 0 + c = 3800 c = 3800
Hiermee wordt je vergelijking:
q1 = -100·p1 + 0 + 3800 q1 = -100·p1 + 3800
Je ziet dat q1 niet afhangt van p2, dus met het variëren van p2 kan geen invloed worden uitgeoefend op q1.